Etiketten op voedingsmiddelen moeten voldoen aan wettelijke eisen uit de Warenwet. Zo moeten fabrikanten op het etiket vermelden welke ingrediënten gebruikt zijn en wat de voedingswaarde van het product is. Zelf bekijk ik altijd de ingrediëntenlijst. Ik wil weten wat er in een product zit, want dat vertelt mij veel over de kwaliteit van dat product. In deze blog leg ik aan de hand van 3 voorbeelden uit hoe je de ingrediëntenlijst moet lezen. Het is belangrijk om te weten dat de ingrediëntenlijst een verplichte volgorde kent. Het ingrediënt dat het meeste in het product zit, wordt altijd al eerste genoemd. De daaropvolgende ingrediënten komen in steeds kleinere hoeveelheden voor in het product. Als een product een ingrediënt afbeeldt op de verpakking of het product heeft de naam gekregen van een ingrediënt (bijvoorbeeld vruchtensiroop), dan moet op de verpakking in procenten staan hoeveel er van dat ingrediënt in zit.

Limonadesiroop

Niet elke limonadesiroop is hetzelfde. In de één zitten meer vruchten; in de ander zit meer toegevoegd suiker en een derde is gezoet met zoetstoffen. We vergelijken de ingrediëntenlijst van 2 soorten limonadesiroop.

Limonadesiroop A (met in grote letters ‘Citroen’ op het etiket; en afbeeldingen van citroenen) Sap uit vruchtensapconcentraat 75% (appel, citroen 33%), suiker, aroma’s, voedingszuur (citroenzuur), vitaminen, conserveermiddel (kaliumsorbaat).

Bij deze limonadesiroop valt op dat er 75% vruchtensap in zit. Het daaropvolgende ingrediënt is suiker; het percentage daarvan hoeft niet genoemd te worden, maar dat zal bijna 25% zijn, want de overige ingrediënten komen (waarschijnlijk) in kleine hoeveelheden voor. Daarnaast valt op dat deze limonadesiroop ‘Citroen’ genoemd wordt, terwijl er meer appel in zit (75-33=42%).

Limonadesiroop B (met op het etiket de tekst ‘vruchtensiroop Framboos’ en afbeeldingen van frambozen) Glucose-fructosestroop, water, 12% vruchtensap uit concentraat (8% appel, 2% framboos, 2% vlierbes), voedingszuur: citroenzuur, zoetstof: cyclamaat/acesulfaam-K/sacharine, aroma, zuurteregelaar: natriumcitraat, conserveermiddel: kaliumsorbaat, antioxidant: ascorbinezuur

Bij deze limonadesiroop valt op dat er slechts 2% framboos in zit, terwijl de naam van het product en de afbeeldingen meer doen vermoeden; 12% vruchtensap is ook niet veel. Er zit vooral glucose-fructosesiroop en water in. Glucose-fructosestroop is een ‘suiker’ die gemaakt wordt uit graan. Het bestaat uit glucose en fructose. Hoe hoger het gehalte aan fructose, hoe zoeter het smaakt. Maar blijkbaar smaakte het product nog niet zoet genoeg. Er zijn ook nog (kunstmatige) zoetstoffen toegevoegd; 3 verschillende zoetstoffen zelfs. Deze limonadesiroop is dus vooral aangezoet (suiker)water met een beetje vruchtensap voor de smaak.

In limonadesiroop A zit dus veel meer vruchtensap (75% om 12%) en minder toegevoegd suiker en geen toegevoegde zoetstoffen. Maar dat neemt niet weg dat er in A toch veel suikers zitten; volgens de voedingswaarde tabel op het etiket zelfs 72 g per 100 g product. Dat komt omdat in vruchtensap ook veel (natuurlijke) suikers zitten. In B is de totale hoeveelheid suiker toch lager met 52 g suiker per 100 g product. Dat verschil komt natuurlijk door de zoetstoffen in B, daarvan heb je maar een klein beetje nodig voor een grote zoetkracht. Toch ben ik geen voorstander van het (veelvuldig) gebruik van zoetstoffen. Met name de zoetstof sacharine is niet boven elke twijfel verheven. Uit onderzoek blijkt dat sacharine nadelig effect heeft op het darmmicrobioom (darmflora) wat de gezondheid kan schaden(1).

Op basis van de ingrediëntenlijst gaat mijn voorkeur uit naar A, maar wees je bewust dat daar ook veel (natuurlijke) suikers in zitten.

  • Suez J, Korem T, [..], Elinav E. Artificial sweeteners induce glucose intolerance by altering the gut microbiota. Nature 2014; 514(7521):181-6

Speltbrood

Spelt is een graansoort in opkomst, maar eigenlijk is het al heel oud. Spelt wordt wel beschouwd als de primitieve variant van de gewone tarwe. Speltbrood is tegenwoordig erg hip omdat het vermeende gezondheidseigenschappen toegedicht wordt. Maar dat valt erg tegen bij een willekeurig speltbrood dat ik in de supermarkt kocht met de volgende ingrediëntenlijst:

speltbloem, water, 13% zonnebloempit, gepofte spelt, lijnzaad, bakkersgist, gejodeerd zout, rijstmeel, acerolapoeder, specerijen.

Vooraan in de lijst staat speltbloem. Bloem is geraffineerd graan, oftewel wit meel. Het graan is zo vaak gemalen en gezeefd dat de zemel (vliesje) en het kiempje van de zaadkorrel niet meer aanwezig zijn. En deze delen bevatten nu juist de meeste voedingsstoffen; de zemel bevat veel voedingsvezels, vitaminen en mineralen; het kiempje bevat ook nog onverzadigde vetzuren. Bloem bevat alleen de kern van de korrel, die enkel uit koolhydraten en eiwitten bestaat. Dit in tegenstelling tot volkorenmeel waar de zemelen en de kiempjes nog wel in zitten. Je verwacht met dit speltbrood dat je iets gezonds gekocht hebt, maar niets is minder waar. Het is gewoon wit brood. De basis van het brood is namelijk bloem, ook al zitten er wel gezondere ingrediënten in: zonnebloempitten, gepofte spelt en lijnzaad.

Roomboter

Bij roomboter heb ik gekeken maar een pakje gewone roomboter en naar een pakje biologische roomboter. Ik bespreek alleen het verschil in vetten, zoals vermeld op de beide ingrediëntenlijstjes. Zowel de gewone als de biologische roomboter bevat 82 gram vet per 100 gram boter. De gehaltes verzadigd vet worden ook gegeven. De gewone roomboter bevat 57 gram verzadigd vet (per 100 gram boter) en de biologische roomboter 53 gram. De biologische roomboter bevat dus iets minder verzadigd vet. De percentages van de gezondere onverzadigde vetten worden niet gegeven, maar bij roomboter kun je stellen dat het totaal vet de som is van verzadigd en onverzadigd vet. Dat betekent dat in de biologische roomboter 82-53=29 g onverzadigde vetten (per 100 g boter) zitten en in de gewone roomboter 82-57=25 g onverzadigde vetten. Kortom de biologische roomboter heeft minder verzadigde vetten (53 om 57) en meer onverzadigde vetten (29 om 25).